"Ze zullen nog worden gelezen, wanneer er van jouw geschriften nauwelijks nog een exemplaar op een rommelzolder te vinden is." Arthur Schopenhauer aan zijn moeder Johanna.
Dat de schaamte voor het gedrag van de ouders menigeen niet meer verlaat, blijkt uit de relatie tussen Arthur Schopenhauer en zijn moeder. Zoonlief was een zuurpruim eerste klas en wordt door vewlen gezien als de meest pessimistische filosoof ooit. Zoals in de hogere klasse gebruikelijk was, onderhield Johanna Schopenhauer in Weimar salon aan huis.
Deze bijeenkomsten waren in heel Duitsland beroemd. De kopstukken uit de Duitse Romantiek, Goethe woonde om de hoek, waren daar aanwezig. Behalve gastvrouw was Johanna Schopenhauer ook schrijfster. Arthur had geen hoge dunk van deze geschriften en liet zijn moeder dat ook weten. Zijn geschriften, zo was zijn stelligste overtuiging, zouden de tand des tijds doorstaan, in tegensteling tot de hare, die in de vergeethoek zouden geraken. Moeder Schopenhauer diende haar zoon van repliek. "Van jouw geschriften zal de eerste oplage altijd te krijgen zijn."
Zowel moeder als zoon kregen gelijk. Arthur Schopenhauer's geschriften werden in eerste instantie nauwelijks gelezen, terwijl niemand tegenwoordig nog het werk van Johanna zelf leest.
bron: Scheurkalender Filosofie
Geen opmerkingen:
Een reactie posten